Barend Cornelis Koekkoek

Klik op de afbeelding(en) voor meer informatie.

Momenteel geen werk van deze kunstenaar online.
Informeer gerust of er wel (nieuw) werk in de galerie aanwezig is.
Contact

Barend Cornelis Koekkoek

Neerlands beroemdste romantische landschapschilder.

De kunstschilder Barend Cornelis Koekkoek werd op 11 oktober 1803 geboren te Middelburg als de oudste van vier zonen van Johannes Hermanus Koekkoek en zijn moeder Anna van Koolwijk. J.H. Koekkoek staat bekend als schilder van rivier- en zeegezichten.

B.C. Koekkoek studeerde o.a. aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten te Middelburg en Amsterdam. Hij was al al in zijn eigen tijd een beroemd kunstschilder om zijn romantische weergave van landschappen. “De natuur is het volmaakte schilderij” hield B.C. Koekoek zijn toehoorders voor en dit geeft duidelijk aan wat zijn inspiratiebron was.

Hij woonde en werkte het liefst op plaatsen waar natuurschoon nog ruimschoots te vinden was: o.a. het Gooi, de omgeving van Arnhem en het Rijk van Nijmegen.

In 1843 vestigde hij zich in het Duitse stadje Kleef, waar hij tevens een Tekenacademie stichtte. Vanuit Kleef ondernam hij een aantal tochten door de Belgische Ardennen, langs de Rijn, naar de Harz en Saksen.
Al de reisbelevenissen en indrukken die hij opdeed, noteerde hij in zijn boek ‘Herinneringen en mededelingen van een Landschapschilder’.

In 1833 trouwde Koekkoek met Elise Thérèse Daiwaille. Zij was de dochter van zijn leermeester en vriend Jean Augustin Daiwaille. Zij kregen samen vijf dochters. In november 1858 krijgt Koekkoek een beroerte. Hij sterft op 5 april 1862 te Kleef, Duitsland.

Zijn werken
De meeste werken van B.C. Koekkoek zijn landschapsschilderijen. Zijn schilderkunst is als romantisch te bestempelen omdat het geen exacte maar poëtische weergave van de natuur is. Vaak bestaan zijn schilderijen uit een bos met een kasteel of ander gebouw op de achtergrond. De natuur beslaat het grootste gedeelte van het doek waarin dan mensen in rondlopen, staan of zitten.

Opmerkelijk is de rol van het licht in de doeken van B.C. Koekkoek. Licht was een element in zijn schilderkunst, waar B.C. Koekkoek zelf veel belang aan hechtte getuige zijn uitspraak uit 1841: “Beschouwt vooral de werking van het licht, want dat is de ziel van alles”. Het vallen van het licht accentueert een gedeelte van het schilderij zodat het oog van de toeschouwer automatisch op dat gedeelte van het schilderij valt.

Het “Tekencollege” van B.C. Koekkoek
In 1841 richtte Koekkoek een tekenacademie op in een bovenzaal van het toenmalige raadhuis aan de Grote Straat in Kleef. Tweemaal in de week tekende hij hier samen met zijn talrijke leerlingen naar levend model. Een keer in de maand corrigeerde hij samen met de leerlingen hun vrije werk. Zo ontstond in Kleef, als onderdeel van de Nederlandse romantiek, een eigen schilderschool: de Kleefse. Koekkoek had ongeveer veertig leerlingen, waaronder Johann Bernhard Klombeck, zijn zwager Alexander Joseph Daiwaille, zijn broer Marinus Adrianus Koekkoek en kunstenaars als Louwrens Hanedoes en Cornelis Lieste. In hun werk wordt, net zoals bij B.C. Koekkoek zelf, de ongerepte natuur van het Kleefs-Duitse land met zijn bossen en aantrekkelijke vergezichten verheerlijkt.

Het B.C. Koekkoek-huis en de Belvèdere
In 1834 verhuisde Koekkoek met zijn bruid naar Kleef. De reden voor deze verhuizing naar Kleef lag aan het feit dat Kleef voor Koekkoek als schilder schilderachtige panorama’s bood. Kleef ligt op meerdere heuvels en dientengevolge heeft men in Kleef een goed uitzicht op de Rijn en de laagvlaktes ten noorden en oosten van de stad. Verder lagen in de buurt van Kleef veel parken en bossen, die in de 17e eeuw waren aangelegd door onder anderen Johan Maurits van Nassau-Siegen De in de ogen van Koekkoek schitterend bevonden panorama’s waren dan ook de reden dat hij eerst een ateliertoren (Frans: Belvédère) liet bouwen met vensters op het Noorden, het Oosten en het Westen.

Na in verschillende huurwoningen in Kleef gewoond te hebben, liet Barend Cornelis Koekkoek een kunstenaarswoning bouwen om zijn status als meesterkunstenaar gestalte te geven. Dit in navolging van de kunstenaarswoningen in Italië welke hij tijdens zijn bezoek aan Italië vast en zeker gezien zal hebben. In 1842 begon men met de bouw en deze werd in 1848 voltooid. De kunstenaarswoning is in klassieke stijl gebouwd en bestaat uit drie verdiepingen. Hier ontving Koekkoek zijn belangrijke klanten uit de hele wereld.

Haus Koekkoek
Na het overlijden van B.C. Koekkoek werd zijn kunstenaarswoning Haus Koekkoek in Kleef door verscheidene andere mensen bewoond totdat de gemeente in 1960 besloot om van de woning een museum te maken waarin de werken van hem en andere Koekkoek-familieleden te zien zouden zijn.

Museum Haus Koekkoek heeft een grote collectie werk van B.C. Koekkoek en andere landschapschilders uit zijn tijd in bezit. Ook zijn er schilderijen te zijn die een relatie hebben met de geschiedenis van Kleef. Op de bovenste verdieping zijn kamers met wisseltentoonstellingen. Op de begane grond is een museumwinkel. Het museum wordt geleid door de Nederlander Guido de Werd die ook directeur is van Museum Kurhaus. De activiteiten van Haus Koekkoek worden financieel ondersteund door de Stichting B.C. Koekkoek-Haus.

Het klassieke schilderspaleisje ligt aan de Kavarinerstraße 33 in het centrum van de benedenstad van Kleef. Het huis vormt samen met de Belvèdere een bijzonder monument waar de schilderijen van romantische schilders uit Kleef centraal staan. Naast het Museum Kurhaus Kleef en het kasteel Schwanenburg is het B.C. Koekkoek-huis een van de meest karakteristieke gebouwen in de stad.

Eerbewijzen en onderscheidingen
Dat zijn werk in zijn tijd enorm gewaardeerd werd, blijkt uit de vele eerbewijzen en onderscheidingen welke hij gedurende zijn leven ontvangen heeft:

1829: Gouden medialle van de kunstenaarsvereniging Felix Meritis in Amsterdam
Felix Meritis benoemt Koekkoek tot Titulatuur-lid van de tekenafdeling.
1830: Zilveren medaille van de kunstenaarsvereniging Felix Meritis in Amsterdam.
1831: Erelid van de kunstenaarsvereniging Arti Sacrum in Rotterdam.
1832: Lid van de Koninklijke Academie der Beeldende Kunsten in Amsterdam.
1835: Corresponderend lid van het Koninklijke Nederlands Instituut.
1837: Zilveren medaille van de Salon in Brussel.
1839: Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
Gouden medaille op de Salon in Brussel
Gouden medaille op de Salon in Den Haag.
1840: Gouden medaille op de Salon in Parijs.
Bronzen medaille op de tentoonstelling in Antwerpen naar aanleiding van het Rubensfeest.
1841: Oorkonde in plaats van een tweede gouden medaille op de Salon in Den Haag.
1842: Ridder in de Belgische Leopoldsorde
1843: Gouden medaille op de Salon in Parijs
Ridder in de Orde van het Legioen van Eer.
1844: IV-klasse in de Orde van de Rode Adelaar, verleend door koning Friedrich Wilhelm IV van Pruissen.
1851: Erelid van de Akademie der Beeldende Kunsten in Rotterdam
1855: Gouden medaille op de Salon in Parijs.
Erevicepresident van de Societé Universelle pour l’encouragement des Arts et de l’Industrie in Londen.
1856: Erelid van de ‘Societé Belge des Aquarellistes’ in Brussel.
1861: Erelid van de Keizerlijke Academie van Schone Kunsten in St. Petersburg.

Nog een voorbeeld van de waardering die hem ten deel viel is dat B.C. Koekkoek de Hollandse koning Willem II op een reis naar Luxemburg begeleidde. De koning droeg hem op een negental landschapschilderijen te maken.

Geraadpleegde literatuur
Barend Cornelis Koekkoek (1803-1862), zijn familie, zijn school en het B.C. Koekkoek-Huis in Kleef, Kleef, 2000, ISBN 3-9805641-8-5
Angelika Nollert, Barend Cornelis Koekkoek [1803-1862] Prins der Landschapsschilders, Zwolle, 1997, ISBN 90-400-9959-6

Externe links
Het B.C. Koekkoek museum (Duits)
Koekkoek Documentatie Stichting

Uit het geslacht Koekkoek uit Kleef hebben zich een stuk of vijftien telgen aan de schilderkunst gewijd. Een overzicht van hun werk hangt permanent bijeen in de voormalige woning van de enige Koekkoek die de kunstgeschiedenisboeken heeft gehaald: Barend Cornelis, geboren te Nijmegen, (1803-1862). Deze veelal kortweg als B.C. aangeduide schilder werkte in het tweede kwart van de negentiende eeuw en had toen reeds veel succes. Hij won prestigieuze prijzen, ontving onderscheidingen en mocht zich verheugen in een stroom opdrachten van mensen uit de hoogste kringen.

B.C. Koekkoek geldt als de belangrijkste representant van de Nederlandse romantiek. Hij werd tijdens zijn leven al de ‘prins der schilders’ genoemd; Zijn werk werd tot in Rusland toe door konings- en vorstenhuizen bewonderd en verzameld. Romantiek was voor Koekkoek geen wijze van schilderen maar een manier van leven.

In 1841 stichtte de grote romantische schilder B.C. Koekkoek in Kleef een tekenacademie. Koekkoek’s academie bracht een school voort van kunstenaars die een grote bewondering koesterden voor de wonderschone natuur rondom Kleef: een heuvelachtig landschap met eeuwenoud bos.

Deze schilders romantiseerden dit landschap; Het werd nog mooier en sprookjesachtiger; Een levensstroom van zonlicht breekt door de boombladeren, nietige figuurtjes en vee staan in contrast met reusachtige wodanseiken, symbolen van een almachtige natuur, terwijl vaak een beekje de tijdloosheid aangeeft, die een tegenstelling vormt met het tijdelijke van het aardse leven. Symbolen van romantiek die in Nederland ook wel eens – deels ten onrechte – als zoetsappig zijn afgeschilderd. De romantiek was immers buiten Nederland veel dramatischer, zoals het beroemde ‘Vlot van Medusa’ van Théodore Géricault, die het contrast van de nietige mens tegenover de natuurkrachten veel pregnanter neerzette.

Omdat zijn werk gretig aftrek vond, kon hij het zich veroorloven een vorstelijk onderkomen te laten bouwen.
In 1847 liet Koekkoek als woonhuis een compleet stadspaleis in classicistische stijl optrekken met op steenworp afstand het prachtige atelier ‘Belvédère’. Daar trok hij zich terug om uit te kijken over de glooiingen van het Rijnland. Dat vormde steevast het onderwerp van zijn doeken, of eigenlijk meer het uitgangspunt. B.C. Koekkoek vervolmaakte het bestaande landschap namelijk, opdat dat beter beantwoordde aan de romantische smaak.

Hoe hij hierbij opereerde, valt af te lezen aan een werk als bijv. Rijnlandschap met ruïne. De overdadig met loofbomen begroeide heuvels bepalen de grondtoon van het schilderij. De bouwval, een vage herinnering aan een groots, mysterieus verleden, met de daaromheen zwermende vogels verhevigen de stemming. Het tafereel wordt gecompleteerd door de kronkelende rivier die voor de bergen in het verschiet verdwijnt. Alle beeldelementen vloeien volmaakt in elkaar over en scheppen samen een sfeer waarin de gevoelige beschouwer heerlijk kan wegdromen. Voor degenen die moeilijk loskomen van de werkelijkheid heeft B.C. op de voorgrond twee figuurtjes geplaatst. Je wordt als het ware uitgenodigd geestelijk een eindje met hen op te lopen. Mijmeren over natuur, cultuur, kunst en het verband daartussen is de inzet van het geheel.

Voorstellingen als deze leenden zich wonderwel voor bespiegelingen over de diepe waarden van het menselijk bestaan vanwege de onberispelijke uitvoering. De kunstenaar componeerde niet alleen knap, maar schilderde bovenal ook heel mooi en overtuigend. Zijn werk wordt gekenmerkt door een grote mate van perfectie. Hoeveel aanleg B.C. Koekkoek had voor het uitbeelden van de scheppingen der natuur blijkt in het bijzonder uit schetsen van zijn hand. Studies van bomen laten zien dat hij zowel oog had voor verfijnde details als voor de krachtige hoofdstructuur. De organische ordening van stammen en daaraan ontspringende takken hergebruikte hij als basis bij het opzetten van zijn eigen beelden. Gemeten naar onze maatstaven doen die ietwat zoetsappig en decoratief aan, maar de ambachtelijke kwaliteit ervan staat buiten kijf.

De Nederlandse Romantiek wordt gekenmerkt door haar grote technische verfijning. Op minutieuze wijze wordt het landschap weergegeven. Aan de majestueuze eikenbomen van B.C. Koekkoek lijk je ieder blad te kunnen tellen. Koekkoek vestigde zijn atelier in Kleef en maakte het rivierlandschap langs de Rijn tot zijn onderwerp. Boeren die hun vee door een mysterieus woud leiden, met in de verte het altijd weerkerende gezicht op de Rijn.

Anders dan veel hedendaagse kunstenaars streefde B.C. Koekkoek er nadrukkelijk naar een markt te bedienen. Hij deinsde er dan ook niet voor terug om eindeloze reeksen winterlandschappen te schilderen. Daar was nou eenmaal veel vraag naar. Met de inkomsten die hij aldus vergaarde bouwde hij het riante onderkomen waar zijn werk nu met dat
van diverse familieleden verenigd is.

Dynastie Koekkoek
B.C. Koekkoek was tijdens zijn leven een gevierde kunstenaar. Hij hield een groot atelier waarin veel belangrijke romantische schilders werden opgeleid. B.C. Koekkoek geldt zelfs als de stamvader van een echte dynastie. We kennen maar liefst negentien nazaten en familieleden die de schilderkunst als vak kozen. Vaak zijn ze aan hun onderwerp te herkennen.

De dynastie begon bij vader Koekkoek, Johannes Hermannus, die verdienstelijke zeegezichten vervaardigde (Afb.3). Ook zijn werk behoort tot de categorie romantiek, maar wel tot een bedaagde subvorm. Hoewel het buitengaats onmiskenbaar stormt, blijven de boten overeind en er zijn in ieder geval nergens schipbreukelingen te betreuren. Johannes Hermannus’ oeuvre laat zich het best omschrijven als ‘kan-geen-kwaad-kunst’. Ook de drie broers van B.C. hebben de penselen ter hand genomen, evenals zeven van hun kinderen. Zelf kreeg hij vijf dochters van wie er zich twee toelegden op het stilleven. De oudste broer van B.C. had één schilderende zoon en de jongste maar liefst vier. Hermanus junior (1815-1882) trad met zeegezichten in de sporen van zijn grootvader. De andere drie vatten verschillende onderwerpen aan, werkten in diverse stijlen en met zeer wisselende resultaten. Willem Koekkoek (1839-1895) schilderde vooral stadsgezichten.

Stamboom Koekkoek
Afgaand op de stamboom lijkt de bijdrage van de Koekkoeks-clan aan de schilderkunst indrukwekkend. Want na de derde generatie was het nog niet klaar. Tot halverwege de twintigste eeuw hebben nazaten de familietraditie voortgezet. Dat deden ze vaak nogal letterlijk. In Museum Haus Koekkoek overheersen de reeds door Johannes Hermannus en B.C. verbeelde thema’s: schepen en natuur. Je zou kunnen spreken van een artistiek eerbetoon aan beide voorouders, ware het niet dat het nieuwe werk soms wel erg verbleekt naast de gedegen voorbeelden. Zo is Jan Koekkoek in onvervalst effectbejag verzandt, getuige zijn Avondschemering voor de Franse kust. Om de oplichtende wolken aan te duiden heeft hij de verf wel erg dik op het doek gelegd. De overeenkomst met glitter op kitsch-kaarten is groot, met doorleefde kunst heeft het niets meer te maken.

Al met al luidt de conclusie dan ook dat schilderen als ambachtelijke activiteit vaak doorgegeven wordt van vader op zoon. Van erfelijkheid is waarschijnlijk echter geen sprake. Integendeel, het vergelijkend warenonderzoek in Museum Haus Koekkoek te Kleef wijst helder uit dat talent en genialiteit in ieder geval niet via de genen wordt overgedragen.

Info: Scheen, Benezit, RKD

Momenteel geen werk van
B.C. Koekkoek in onze collectie

Zoekresultaten

Klik op de afbeeldingen voor meer informatie

Website – Zoek Kunstenaar

Deze website maakt gebruik van cookies. Wij plaatsen functionele en analytische cookies om deze website goed te laten functioneren en het gebruik ervan op privacy vriendelijke wijze te meten en te analyseren. Hier kunt u meer lezen over ons cookie en privacy statement . Je acepteer de cookie instellingen door op de akkoord button te klikken.