Klik op de afbeelding(en) voor meer informatie.
Velp 1931 – 2010 Spankeren
De kunstschilder Rinny (Reinerus Gerardus Johannes) Reulink werd geboren op 26 augustus 1931 geboren te Velp en overleed op 25 mei 2010 te Spankeren.
Rinny is twee keer getrouwd geweest. Eerst trouwde hij met Hansje Jansen en kreeg met haar 2 dochters Saskia en Pomona.
Daarna trouwde hij met Anneke Molhoek en kreeg met haar 2 dochters Anne Gabriëlle en Iris.
Zijn werk bestaat uit schilderijen, tekeningen, aquarellen, etsen en foto’s. Hij exposeerde in diverse musea en galerieën (zie bijgevoegde lijst). Zijn werk bevindt zich in de collectie van de Gemeente Rheden, Stichting Hannema-de Stuers Fundatie en bij diverse particulieren. Zijn werk werd ook veelvuldig aangekocht door de BKR (Beeldende Kunstenaars Regeling).
Tevens is hij vermeld in het Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950. Hij was lid van de Beroepsvereniging voor Beeldende Kunstenaars en van de Rhedense stichting voor kunst en cultuur De Alliantie.
Zijn werk is figuratief. Na een aanvankelijke donkere periode in zijn beginjaren, die doet den-ken aan de Brabantse periode van Van Gogh verandert zijn stijl van werken. Het groeit uit tot een synthese van impressionisme en expressionisme met fauvistische tendensen. Hij was een groot bewonderaar van o.a. Cézanne, Rik Wouters, Francis Bacon en Soutine.
Al voor de Tweede Wereld Oorlog was hij als klein jongetje al bezig met tekenen en schil-deren. Hij wilde graag professioneel schilder worden. Op aandringen van zijn moeder ging hij na de lagere school naar de toenmalige Kunstoefening (Arnhemse Academie voor Beeldende Kunsten) onder leiding van directeur/schilder G.J. van Lerven. Hij kreeg les van o.a. Piet Landkroon en Fred Sieger. Een medeleerling was Theo Wolvecamp, die later lid van de COBRA-groep zou worden. In 1948 moest Rinny door geldgebrek van school af. Studiebeur-zen waren er nog niet. Hierna heeft hij een jaar de Ambachtsschool gedaan voor huisschilder. Hij heeft hier veel vakkennis over materialen opgedaan. Daarna ging hij weer terug naar de academie en mocht de 3e klas overslaan en studeerde in 1951 af.
Hij ging een jaar werken als huisschilder en werkte vervolgens 3½ jaar lang op de AKU (nu Akzo Nobel) te Arnhem, als productiemedewerker. Het werken in ploegendienst maakte het mogelijk dat hij vrij regelmatig kon blijven schilderen. Hij had in deze jaren veel bewondering voor Van Gogh, met name diens Brabantse periode. Dit resulteerde in een expressionistische stijl van werken.
In 1956 vond zijn eerste belangrijkste tentoonstelling plaats in galerie ‘De Populier’ te Arnhem waar hij goede kritieken kreeg. Zijn werk wordt losser en kleuriger. Vooral zijn aqua-rellen van kinderen worden geroemd om hun gevoeligheid, sfeer en vakmanschap. Hieruit blijkt zijn grote begaafdheid voor deze materie. Een aquarellist ‘pur sang’ schrijft een reces-sent. Het briljante kleurgebruik en de geweldige technische beheersing vallen op. De term watervlug is hier bijna letterlijk van toepassing. In deze periode gaat zijn stijl van werken steeds meer richting impressionisme. Ook is het een begin naar het zoeken van een eigen stijl. In deze tijd heeft Rinny verschillende tentoonstellingen die allemaal goed worden ont-vangen. Inmiddels is hij naar Arnhem verhuisd en vindt hij aansluiting bij verschillende kun-stenaars aldaar. In een interview met Maarten Beks, kunstcriticus van het Arnhems Dagblad, spreekt hij zijn fascinatie uit voor Cézanne en Rik Wouters n.a.v. zijn tentoonstelling in de Kunstkamer te Arnhem (1961). In 1956 gaat hij bij de AKU weg om zich geheel aan het te-kenen en schilderen te wijden. Door middel van de Contraprestatie (Beeldende Kunstenaars Regeling) kon hij in zijn levensonderhoud voorzien. Ook kon hij één van de historische ‘Sonsbeekhuisjes’ als atelier van de Gemeente Arnhem huren. Het prachtige park en de be-zoekers zijn een grote inspiratiebron voor hem. Die werd vertaald in een groot aantal impres-sionistische schilderijen, tekeningen en aquarellen. Er volgen exposities op de Universiteit Utrecht en in slot Zeist (1960). Er wordt werk van hem aangekocht door de HBS te Apel-doorn. In een interview voor De Gelderlander met Jaap G. Adriani, dichter, publicist en vriend van Rinny, zegt Rinny het volgende: ‘Ik schilder wat ik zie en voel. De lijn moet in mijn zwart/wit tekeningen ook kleur weergeven en dat is moeilijk. Het technische detail (han-den/voeten) is niet belangrijk. Het gaat om de sfeer, die ik wil uitdrukken. Ik blijf schilder in alles wat ik maak. Overal zie ik kleur. Het alledaagse boeit me in thema’s zoals moeder en kind en in portretten van mijn dochters. Toch ben ik nog steeds op zoek naar een eigen stijl, een eigen handschrift’.
In 1962 werkt hij voor de Culturele Raad voor Gelderland als inrichter van reizende tentoon-stellingen die tot doel hebben mensen kennis te laten maken met kunst, voor mensen die niet zo snel naar een museum of galerie gaan. Hij heeft hier vele jaren met veel genoegen gewerkt.
De tentoonstelling in Winterwijk 1963 wordt gekenmerkt door een zuiveringsproces in zijn werk. Het werk waarin hij gewonnen heeft aan picturale intelligentie en het weglaten van datgene wat niet bij hem hoort, zoals invloeden van anderen. Hij ontwikkelt langzaam een eigen concept. Opmerkelijk is: de menselijke figuren staan niet meer centraal in het schilderij, maar zijn zuiver functioneel geworden en worden als rekwisiet in een interieur of landschap behandeld. Met andere worden de achtergrond is niet langer een decor om de menselijke figuur heen, maar is picturaal even belangrijk en betekenisvol als de menselijke figuur. Het gaat om het uitdrukken van de totale sfeer in het kunstwerk. Zijn fijngevoeligheid komt vooral tot uitdrukking in zijn tekeningen en aquarellen.
In 1965 trouwt hij met Anneke Molhoek en beheren zij het gebouw van Stichting Gelders Kunstcentrum Epok. Als dit gesloten wordt in 1967, verhuizen ze naar Dieren waar hun dochters Anne Gabriëlle (1968) en Iris (1969) geboren worden. In 1970 verhuist het gezin naar een boerderijtje in Spankeren waar Rinny tot aan zijn dood heeft gewoond. Hij heeft kalkoenen en een bok die een grote inspiratiebron voor hem vor-men, evenals de prachtige landelijke omgeving.
In 1969 ondergaat het werk van Rinny een grote verandering. Het lyrische gaat over naar het dramatische. Het thema is menselijke wreedheid, onmacht en erotiek. Soms komt het werk hard, ongeciviliseerd en wreed over. Bijvoorbeeld in zijn schilderijen met karkassen op sla-gerstafels, dode vogels, dode dieren, opgehangen kalkoenen. Doordringen tot in de bodem van de dingen en gevoelens, ontdaan van hun versluierende oppervlakkigheid door glans en esthetiek. Soms herinnert het aan werk van Goya, Francis Bacon en Soutine. Zijn stijl is nu niet langer impressionistisch maar expressionistisch. Over zijn werk in 1970 zegt hij in een interview dat er opvallend veel kalkoenen in zijn werk voorkomen. Zij vormen het onderwerp in mijn schilderijen, tekeningen en aquarellen. Zij vormen de aanleiding tot de ommekeer in mijn werk vanaf 1969. De reden is, vervolgt hij, dat in de periode daarvoor, de Sonsbeekperiode (hij doelt op het verblijf in zijn atelier daar) ik steeds minder binding kreeg met het onderwerp. Ik drong mijn gevoelens terug in uiterlijkheden. De wezenlijke ervaring met de dingen bracht ik niet over. Het bleef teveel materie. Ik verzoop zowat in esthetische uiterlijkheden. Heel mooi, heel fraai allemaal, maar toch! Dit veranderde in mijn contact met kalkoenen. Ik heb zelf een paartje in mijn tuin lopen. Hun oerachtig uiterlijk en gevoel wat ze uitstralen brachten ze aan me over. Hetzelfde oergevoel zie ik hier in Spankeren. In bomen, struiken, landschappen, het leven van de boeren met hun vee. Er worden hier dieren geboren en sterven, alles volgens een oerritme. Het bestaan van de mens en zijn vee, zonder sentiment.
In 1980 wordt Rinny Reulinks werk gekenmerkt door het thema vrouwen, die meestal met ontbloot bovenlijf, roerloos op een bed liggen en je aankijken. De kern van zijn geboeidheid is het uitbeelden van de vrouw als autonoom wezen, rustend in zichzelf. Zoals te zien is op zijn tentoonstelling bij TNO (Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek) te Apeldoorn in 1984 en uitvoerig beschreven in de bijbehorende catalogus. Het werk uit deze periode boeit door een picturale rijkheid en ademt tevens een sfeer van verstilling en contemplatie.
In 1980 wordt op de tentoonstelling in de galerie ’t Bagijntje’ te Lochem de aquarel ‘Interieur’ aangekocht door dr. Hannema voor zijn collectie in Kasteel Het Nijenhuis in Heino.
In 1982 exposeert Rinny in het Singer museum te Laren.
In 1984 worden 3 tekeningen opgenomen in de catalogus van de Culturele Raad voor
Gelderland.
Rinny Reulink en Anneke Molhoek scheiden in 1985.
In 1997 vindt er een overzichtstentoonstelling plaats in Kunsthuis 13 te Velp vanwege zijn 65-jarige leeftijd. In een interview zegt hij dat hij probeert in zijn werk licht door kleur te laten ontstaan.
Naar aanleiding van zijn tentoonstelling in galerie Tingeling te Dieren zegt Rinny: ‘Tekenen is voor mij het voedsel om te komen tot schilderen. Het is en blijft de bron; het zien van de din-gen, de gedachten, het onderzoeken van vorm en licht. Kortom het zichtbare vast te houden om te komen tot een beeldwerkelijkheid’.
Intussen heeft hij zich al een aantal jaren aangesloten bij de Rhedense kunstenaarsvereniging De Alliantie. In 2005 krijgt hij tijdens de culturele meimaand ‘de Rhedense Lente’ door Stef de Wit (directeur de Alliantie) een boekje uitgereikt met zijn tekeningen als eerbetoon aan zijn werk.
In 2005 hield Rinny zijn laatste grote tentoonstelling met titel ‘Indertijd gezien’ in het Ge-meentehuis te Rheden. Een groot aantal werken dateren uit enkele jaren voor de oorlog en van de eerste jaren daarna. Het werk bestaat uit portretten en landschappen die niet eerder te zien zijn geweest. De periode bestrijkt werk vanaf zijn 15e tot zijn 20ste levensjaar. De ten-toonstelling omvat in totaal 70 werken die zelden of niet eerder getoond zijn. De oorzaak dat deze werken zelden of niet getoond zijn, is niet omdat hij er niet achterstaat, maar om de ongebruikelijke materiaalkeuze, die vaak heel kwetsbaar is. Zoals triplex, lappen linnen, kus-senslopen van zijn moeder en lappen canvas afkomstig uit militair afval uit de oorlog. Een indrukwekkend schilderij vormt het ‘Kapot huis’ bij de Sabelspoort te Arnhem uit 1946.
Hierna was zijn werk alleen nog te zien in collecties van kunsthandelaren. Zelfstandig expo-seren deed hij niet meer. Hij was toen al ziek. De laatste 2 jaar van zijn leven heeft hij niet meer kunnen schilderen. Hij stierf tenslotte aan ouderdom en kanker op 25 mei 2010 op zijn geliefde boerderij in Spankeren. Na een leven dat gevuld was met het scheppen van schoonheid.
Op zijn laatste tentoonstelling ‘Indertijd gezien’ in 2005, hing tussen al het vroegere, groten-deels donkergekleurde werk uit zijn jeugd, één recent schilderij met als titel: ‘Voorjaarsland-schap met kalveren’ uit 2004. Het hing daar te stralen met al zijn overweldigende blauwe en groene kleuren. De indrukwekkende ontwikkeling die Rinny Reulink heeft doorgemaakt werd opeens zichtbaar.
Een colorist in hart en nieren op zoek naar het licht en de kern van de dingen. Geen conces-sies doen, niet willen behagen. Je hart volgen was zijn devies. Hij leefde voor zijn kunst.
Opgemaakt aan de hand van artikelen en recensies.
Anneke Molhoek en Anne Gabriëlle Reulink
22 februari 2012
TENTOONSTELLINGEN
1947 NHV gebouw te Velp (solo)
1949 Kunsthandel van Binsbergen te Arnhem (solo)
1953 Kunstzaal Eckman te Velp (solo)
1953 Kasteel Middachten (Rhedense kunstenaars)
1955 AKU kunstkring ‘Unicum’ (solo)
1956 De populier, expositiezaal van Pierre Janssen te Arnhem (solo)
1956 Villa de Klamp in Rozendaal (groepstentoonstelling)
1958 Kunst en Historisch museum te Apeldoorn (groepstentoonstelling)
1960 Universiteit Utrecht (groepstentoonstelling)
1960 Slot Zeist (groepstentoonstelling)
1961 Kunstkamer Klarendal te Arnhem (solo)
1961 Sociëteit ‘de Kameleon’ te Arnhem (solo)
1963 Openbare leeszaal Winterswijk (solo)
1967 Gemeente museum Arnhem (groepstentoonstelling)
1967 Streekmuseum Rhenen (samen met zijn vrouw Anneke Reulink)
1968 Stedelijk museum Zutphen (solo)
1969 Galerie ‘R’ in Het Langhuis te Zwolle (groepstentoonstelling)
1971 Gemeentehuis Druten, kunstwerk ‘Vochtig landschap’ werd aangekocht door de gemeente
1971 Oikos te Dieren (solo)
1971 Gemeente museum Arnhem (solo)
1973 Gemeentehuis Rheden (solo)
1974 Galerie ‘De Rozijnenkorf’ te Deventer (solo)
1974 Spankerens kerkje (samen met zijn vrouw Anneke Reulink)
1974 Deelname aan Romantisch Festival te Arnhem
1974 Euregio-Kunstscene te Bochholt Duitsland (groepstentoonstelling in galerie
Nordhorn)
1976 Gemeentehuis Rheden (solo)
1976 Galerie Soeza te Apeldoorn (solo)
1978 Galerie ‘Lenten’ te Epse (solo)
1978 Stadsmuseum ‘het Gevang’ te Doetinchem (solo)
1980 Gemeentehuis Rheden aankoop BKR-werk (groepstentoonstelling)
1980 Galerie ‘t Bagijntje te Lochem (solo)
1980 De Librije te Zwolle (solo)
1982 Galerie ‘t Bagijntje te Lochem (groepstentoonstelling)
1982 Singer museum te Laren (solo)
1983 Galerie Litorama te Vorden (solo)
1983 Henriette Polak museum te Zutphen (samen met zijn vrouw Anneke Reulink)
1983 Galerie ‘t Bagijntje te Lochem (samen met zijn vrouw Anneke Reulink)
1984 TNO te Apeldoorn (solo)
1992 Gemeentehuis Rheden (groepstentoonstelling)
1992 Kunsthuis 13 te Velp (solo)
1992 Galerie s,Alotto te Zutphen (solo)
1993 Bibliotheek Dieren tentoonstelling ‘Kinderen’ (solo)
1994 Kunsthuis 13 te Velp (solo)
1996 Galerie Merz Boven te Zutphen (solo)
1996 Rijksinspectiekantoor Utrecht (groepstentoonstelling ‘Onverkort dertig breed’)
1997 Kunsthuis 13 te Velp (overzichtstentoonstelling i.v.m. bereiken 65- jarige leeftijd)
1997 Galerie Tingeling te Dieren (solo)
1998 Kunsthuis 13 te Velp (groeptentoonstelling ‘Kakelvers’)
2001 Kunsthandel J. Nieuwenhuis te Doesburg
2001 Gemeentehuis Rheden toont kunstbezit (groepstentoonstelling ‘Het bezit’)
2001 Landgoed Avegoor (groepstentoonstelling met tekeningen)
2001 Gemeentehuis Rheden, Rinny toont zijn verzameling over het werk van
G.H. Breitner (groepstentoonstelling ‘De verzamelingen’)
2002 Gemeentehuis Rheden (groepstentoonstelling t.b.v. de uitgave van een kunstkalen-der/agenda, georganiseerd door De Alliantie en uitgeverij Diepenmaat)
2005 Gemeentehuis Rheden, ‘Indertijd’ toont werk van Rinny Reulink uit zijn vroege peri-oden van zijn 15e tot en met 20ste jaar
OVERIG
1996 Aankoop kunstwerk ‘Rode ponnies’ Titus College te Velp
2002 Deelname aan kunstkaartenproject georganiseerd door De Alliantie
2005 Publicatie De Alliantie: monografie met pentekeningen als eerbewijs aan Rinny Reulink
Deze website maakt gebruik van cookies. Wij plaatsen functionele en analytische cookies om deze website goed te laten functioneren en het gebruik ervan op privacy vriendelijke wijze te meten en te analyseren. Hier kunt u meer lezen over ons cookie en privacy statement . Je acepteer de cookie instellingen door op de akkoord button te klikken.
This content is blocked. Accept cookies within the '%CC%' category to view this content.