Peter Wiemers

Klik op de afbeelding(en) voor meer informatie.

Momenteel geen werk van deze kunstenaar online.
Informeer gerust of er wel (nieuw) werk in de galerie aanwezig is.
Contact

Peter Wiemers

Persbericht, 4 juni 2011
door Han Albers

Peter Wiemers: Kunstschilder met een Missie..

Peter Wiemers werd in 1923 geboren in Hoogwoud. In 1955 wordt hij tot priester gewijd om in 1960 als missionaris naar het Braziliaanse Belo Horizonte te vertrekken. Al snel begint hij daar in zijn vrije tijd schilderlessen aan kinderen te geven. Tien jaar later besluit hij zich geheel aan de kunst en het kunstonderwijs te wijden. Hij bouwt een kunstschooltje met daarbij een kindertehuis. Hij financiert dat project met het schilderen van ontelbare portretten van de rijken van Belo Horizonte en Brasilia.

In 1988 keert hij terug naar zijn geboortestreek in Nederland. Zijn schilderijen kenmerken zich door lichte, opgewekte kleuren. Ze zijn dan ook uitbundig te noemen, of het nu om zijn portretten of om zijn stillevens gaat.

April 2011: De in Nederland geboren kunstschilder Peter Wiemers is in de jaren 60 naar Brazilië gegaan om als zendeling te werken. Hij belandde daar in het plaatsje Bella Horizonte.

Hij hield zich daar ter plaatse vooral bezig met het onderrichten van kinderen in kunstschilderen. Hij kocht met geleend geld een stuk grond en liet daarop een school bouwen voor deze kinderen. Zelf woonde in hetzelfde gebouw.

Om te voorzien in zijn eigen onderhoud, schilderde hij portretten, die hij verkocht in Brasilia, de hoofdstad van Brazilië. Teven steunde hij met deze verkopen het project waar hij mee bezig was.

In Brazilië is hij vooral door de portretopdrachten een groot kunstenaar geworden, vergelijkbaar met Herman Brood of Anton Hijboer hier.

Door omstandigheden moest hij in de jaren 80 terugkeren naar Nederland.
Hij is hier toen krap een jaar in Nederland gebleven, waarna hij terugkeerde naar Brazilië.. eenmaal daar kon hij echter zijn draai niet meer vinden en heeft hij besloten voorgoed terug te keren naar zijn geboorteland, Nederland.

Wiemers is op dit moment 86 of 87 jaar (Zijn precies geboortedatum, wil hij niet prijsgeven!) als hij voor zijn gezondheid verhuizen moet naar een verzorgingshuis. De vele werken, die hij nog in bezit heeft, kunnen niet mee.

Wiemers besluit deze te schenken aan een goed doel en kiest hiervoor het

Gezinshuis Zwaagdijk, woonhuis voor 5 verstandelijk gehandicapte jongens.

Verslag (april 2011) van Joke en Eric Weber, oprichters van dit gezinshuis:

Hoe is dit ontstaan?

Joke heeft in haar jongere jaren de opleiding tot Z-verpleegkundige gevolgd en met goed resultaat haar diploma gehaald. Na een paar jaar in een instelling te hebben gewerkt, was ze toe aan een nieuwe uitdaging.
Ze ging werken in een kinderdagverblijf, echter na 1 jaar daar te hebben gewerkt, beviel haar dit toch niet zo goed. Erik is op dit moment een zelfstandige stukadoor. Joke raakte zwanger van hun 1ste kind Anne.

De instelling waar Joke haar opleiding had gedaan, vroeg middels krantenartikelen gezinnen die in de weekenden en tijdens vakantie`s thuis wonende, verstandelijk beperkte kinderen willen opvangen. Dit ter ontlasting van het gezin waar het kind woont.

Toen Anne 3 maanden oud was kwam bij Joke en Eric in het gezin een eerste logeerkind. Deze jongen kwam maar 2x in het jaar 1 week, maar zij vonden dit zo gezellig, dat al na een paar maanden logeerkind 2 in het gezin op bezoek kwam.

Vanaf December 1994 zijn ze echt gestart als logeeradres voor verstandelijk beperkte kinderen. Ze woonde toen nog in Spanbroek in een vrijstaand huis, dat ze zelf hadden gebouwd. Na logeerkind 2 kwam al gauw nummer 3,4,5 en 6. Heerlijk vonden Joke en Eric het, als de kinderen bij hen waren, en dat ze daamee voor de ouders een mogelijkheid creeerden om even bij te kunnen tanken met eventuele andere kinderen. Het zorgde er ook voor dat de kinderen langer thuis konden blijven wonen.

Alle weekenden en schoolvakantie`s logeerde er altijd wel 2 of 3 kinderen tegelijk. Ze vonden het SUPER-leuk, en Joke kan moeilijk `nee `zeggen als er weer een hulpvraag kwam van de instelling of van de kant van de ouders.

Joke en Eric kochten het huis van de buren erbij. Zo konden ze meer slaapkamers maken, de benedenverdieping van de buren werd de garage.
De logeermogelijkheden breidden zich o verder uit, uiteindelijk kwamen bij het gezin soms wel 10 kinderen logeren, elk weekend 5. Ondertussen werd Rik, nu het middelste geboren.

Het huis was groot genoeg, echter er was wel een beetje weinig buitenruimte, dus kochten Joke en Eric in December 2000 m.b.v. de ouders van Erik een vrij vervallen stolpboerderij in Zwaagdijk. Hier konden ze toen nog niet in wonen, er moest eerst ingrijpend worden verbouwd.

Z e hebben daarom eerst 2 jaar in een grote houten noodwoning gewoond. Dit gebouw was voorheen kantine en kleedkamers van een ijshockey-vereniging geweest. In 6 weken tijd hebben Erik, Joke en wat vrienden een noodwoning op het terrein achter de boerderij gebouwd. Er waren 6 slaapkamers, en de logeerkinderen konden weer gewoon komen.

ondertussen hebben ze in 2 jaar tijd de boerderij naar hun zin verbouwd.
In deze periode is het aantal logeerkinderen uitgegroeid maar liefst 14 kinderen, die afwisselend om de 2 weken en in de schoolvakantie`s logeerde. Ook waren er kinderen waar het thuis even niet goed ging en deze kwamen dan voor langere tijd, als een soort crisisopvang, bij het gezin van Joke en Eric wonen.

Het was een hele drukke, maar o zo gezellige tijd: blije kinderen en tevreden ouders. Maar ook een tijd van aan één stuk door verbouwen, en dan had Erik er zijn baan als stukadoor er ook nog bij!

In November 2002 verhuisden ze van de noodwoning naar de boerderij.
Er was een hele zolder voor de logeerkinderen gemaakt, de ervaring vanuit de noodwoning was dat de kinderen het erg gezellig vonden om bij elkaar op de kamer te slapen.

Echter de brandweer keurde de zolder af voor gebruik voor de logeerkinderen. Er moest een stalen trap komen over de kap enz. enz. Er werd gekeken naar andere mogelijkheden. Naast de boerderij stond een overkapping, na de vergunningaanvraag bij de gemeente mochten ze hier bouwen. Er kwamen grote slaapkamers en er werd een kantoor gebouwd.

In begin 2004 zijn we met deze verbouwingen gestart, de kinderen mochten van de brandweer gelukkig blijven logeren op zolder totdat de verbouwing klaar zou zijn. De buitenmuren en binnenmuren waren gebouwd, toen Joke een telefoontje kreeg van Center Parks Zandvoort. Ze hadden via via gehoord wat wij voor werk doen, en vertelde dat zij 1x per jaar een goed doel uitzochten die een paar dagen in hun park vakantie mag vieren. En Joke, Eric en hun (logeer)kinderen waren uitgekozen.

Ze maakte dankbaar gebruik van dit aanbod en samen met hun kinderen genoten ze van het verblijf in het park. Joke is inmiddels zwanger van het derde kind, die ze kadootje noemden. Voordat zij terug naar huis zouden gaan, werd ze nog een etentje met de logeerkinderen aangeboden, in het Bowlingcentrum van Hoorn. Toen zij daar wachten op de logeerkinderen, stond Wendy van Dijk van het programma Hart in Aktie voor hun neus.

In de dagen dat zij in het park waren, heeft zij met sponsors en een grote team van mensen de aanbouw voor de logeerkamer helemaal afgemaakt, ook het pad was al helemaal bestraat. Een zus van 1 van de logeerkinderen had De Webers hiervoor opgegeven, heel bijzonder!!

Nadat de jongste, Bo is geboren, ging het bij 1 van de logeerkinderen niet echt lekker meer thuis, er moest gezocht worden naar een woonverblijf.
Dit was in Februari 2005. Deze jongen heeft moeite met wisselende personeelsleden, en hij heeft veel structuur en duidelijkheid nodig, maar ook veel gezelligheid en aandacht. Erik en Joke hebben toen aangeboden dat deze jongen permanent in hun gezin mag komen wonen. En zo ontstaat het gezinshuis.

Door verschillende omstandigheden kwamen er geleidelijk aan nog meer jongens bij permanent wonen. Dit beviel Erik en Joke erg goed, je kunt de zorg voor de kinderen beter continueren en er zijn weinig kleine woonvormen. Een volgend idee is dan geboren. Vanaf deze periode nemen ze geen nieuwe logeerkinderen meer aan, en de oude groep wordt geleidelijk aan steeds kleiner.

Erik en Joke vinden dat als je komt wonen, iedereen recht heeft op een eigen slaapkamer. Dus eind 2007 werd de aanbouw vergroot, en realiseerde ze 5 slaapkamers, kantoor, was en voorraadkamer, badkamer en toilet.
Ondertussen is Joke op zoek naar een instelling die gericht is op kleinschalig wonen.

Uiteindelijk zijn zij in gesprek gegaan met Stichting De Waerden, waaruit bleek dat hun visies dicht bij elkaar liggen. In begin 2008 start het samenwerkingsverband met deze stichting, en stopt Erik met zijn werk als stukadoor.

Alle logeerkinderen hebben ondertussen een ander plekje gevonden, en nu wonen er 5 jongens in de leeftijd van 14 tot en met 23 jaar in het gezin.
Overdag hebben de jongeren dagbesteding of ze volgen school. Buiten deze tijden en in de vakantie zorgen Joke en Eric ervoor dat de jongens genoeg te doen hebben. Er is een trampoline, grote zandbak, zwembad e.d, gerealiseerd.

Nu de jongens wat ouder worden, gaven ouders aan de jongens mee op vakantie nemen een probleem wordt. De aansluiting met andere jongeren op een vakantieadres is moeilijk, waardoor zij zich vervelen en gedragsproblemen laten zien. Erik en Joke hebben daardoor eind 2009 het plan opgevat om een buitenlandse vakantie samen met de jongens te gaan realiseren. Hier is geld voor nodig, ze hebben wel een sponsor gevonden die de huurbus en tenten sponsort, echter dan zijn ze er nog niet financieel.
Zij hebben samen met de jongens ideeën gebrainstormd over hoe er meer geld voor de vakantie kan worden verzameld. Uiteindelijk wilden ze een rommelmarkt achter het huis organiseren.

In Mei 2010 werd de eerste rommelmarkt geboren, heel veel spullen allerlei inbrengers, maar liefst 12 kramen achter het huis. De jongens leren zo dat je wel moet werken om een vakantie te kunnen bekostigen, maar tevens is het goed voor de integratie, omgaan met mensen, omgaan met geld.

De rommelmarkt werd een groot succes, en er kon een geweldige vakantie realiseerd worden. Dit jaar organiseren ze weer in mei een rommelmarkt voor de vakantie van 2011. Mensen bieden het hele jaar door spullen aan het gezinshuis aan.

Peter Wiemers is een Buurman van 1 van onze jongens. Hij hoorde van deze rommelmarkt. Om gezondheidsredenen moet Wiemers verhuizen naar een bejaardenwoning, en is hij niet meer in staat te schilderen.

Al die jaren heeft hij zijn schilderijen bewaart, maar deze moesten nu weg.
Wiemers heeft zijn schilderijen nu voor verkoop aan het gezinshuis Zwaagdijk van Joke en Eric Weber, zodat zij weer een vakantie met de jongens kunnen gaan realiseren.

Al die jaren heeft dhr Wiemers goede doelen gesteund met de opbrengst van zijn schilderijen, al in Brazilië. en nu ook aan dit gezinshuis.
Erik en Joke hebben gezocht naar een galerie die wil helpen om deze schilderijen te verkopen, het is te mooi om zomaar op de rommelmarkt voor een paar centen te verkopen.

Galerie Wijdemeren heeft Erik en Joke aangeboden hier mee te willen helpen. Eric en Joke zijn hier heel dankbaar voor.

Bij het afscheid van Peter Wiemers
Schagen, 22 april 2011

Enkele woorden bij het afscheid van medeparochiaan Peter Wiemers
Het was rond deze tijd van Pasen een jaar geleden dat ik Peter Wiemers vroeg of ik een vraaggesprek met hem mocht hebben.
Na veel aarzelingen ging hij daarmee akkoord.

Op mijn vraag vanwaar die terughoudendheid, was zijn antwoord :
“Daar ben ik toch niet belangrijk genoeg voor”
Het tekent de persoon Peter Wiemers die we vandaag op zijn laatste gang begeleiden.

Dit interview wil ik graag hier voorlezen als eerbetoon aan de sympathieke mens en kunstenaar Peter Wiemers.
Ik heb het als titel meegegeven:

“Stroomopwaarts!”

Interview met kunstenaar Peter Wiemers

Wie kent hem niet? De al wat oudere, tanige man met de franse alpino. Voorheen op de lichtblauwe sportfiets, tegenwoordig op een licht en wendbaar brommertje beweegt hij zich door de parochie.
Altijd recht van lijf en leden en een vriendelijke blik in de ogen.
Bij binnenkomst in zijn huis is er meteen de uitnodiging om te tutoyeren.

Je hebt een veelbewogen leven achter de rug, Peter.
Dat mag je wel zeggen, ja.
Na mijn middelbare school heb ik mij gemeld bij de orde van de paters Jezuïeten. In de studiejaren kreeg ik al de gelegenheid kunst te leren en uit te voeren. Ik ben tot priester gewijd en daarna in 1955 aan de slag gegaan in het bedrijfsapostolaat, o.a, bij de KLM. en daarna als studentenpastor in Maastricht.
Na enige jaren wilde ik meer van de wereld zien. Via ontwikkelingswerk reisde ik per vrachtschip naar Brazilië, waar een broer van mij als parochiepastoor werkzaam was. In de stad Belo Horizonte ben ik tekenlessen gaan geven op scholen van religiezen, naast enig pastoraal werk in een sloppenwijk.

Wat motiveerde je bij dit alles?
Niets anders dan de zoektocht naar een eigen bijdrage in die nieuwe grote wereld, naar het beste van mijzelf daarin.

En ben je daarin geslaagd?
Wel, ik heb een drastische ontwikkeling doorgemaakt in mijn persoonlijke en kerkelijk-religieuze leven. Vergeet niet dat het de tijd was van de Theologie van de Bevrijding van bisschop Dom Helder Camara, Leonardo Boff e.a.
Korte tijd terug in Nederland (1970) liep ik een cursus creativiteits
ontwikkeling aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Weer terug in Brazilië bouwde ik een kunstschooltje en woonhuis.
Daar stroomden heel wat kinderen en jongeren doorheen. Later kwam er een kleuterschool bij.

Zijn daaruit later kunstenaars voortgekomen?
Jazeker, meerdere zelfs. Met enigen van hen heb ik nog contact. Een daarvan is momenteel een bekend artieste en zelf lerares.

Je was toen nog steeds Jezuïet?
Jawel, maar ik besefte dat mijn roeping voor de kunst en een bewuste keuze voor het ‘lekendom‘ steeds sterker werden. Daarom heb ik in 1977 ontheffing gevraagd en gekregen van mijn priesterlijke verplichtingen. Dat alles in goed overleg met mijn orde.

Je moest toen zelf in je eigen onderhoud gaan voorzien.
Ja, maar dat deed ik allang.
Ik schilderde ontelbare portretten en verkocht wel eens op exposities. Het leverde niet zo heel veel op en ik moest er veel voor reizen, maar ik kon er van rondkomen.
Het was wel een van de mooiste perioden van mijn leven.
Op de een of andere manier kreeg ik altijd van alle kanten medewerking en onverwachte steun en bijval.

Wanneer ben je definitief naar Nederland teruggekomen?
Dat was in 1988. Helaas zou ik bijna zeggen. Het had te maken met stom toeval. Tijdens een verblijf in Westfriesland waren mijn reisdocumenten gestolen en terug in Brazilië moest ik weldra het land weer uit. Ik heb er nu vrede mee maar mijn hart ligt nog steeds een beetje in dat wijdse en warme Brazilië. Al vijf keer ben ik terug geweest. Ik heb nog veel contacten daar.

Aan het slot van een interview vraag ik wel eens:
“Welke van de acht zaligsprekingen spreekt jou persoonlijk het meest aan?”
Peter hoeft niet lang na te denken: “Zalig de vreedzamen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden”.

Dit antwoord tekent de man en kunstenaar Peter Wiemers.
In woord en in beelden is hij op zoek naar harmonie. Daarbij zijn het vooral lichte en opgewekte kleuren die de boventoon voeren. Niet uitbundig, soms zelfs bescheiden in de uitwerking, vertellen zijn schilderingen hoe hij zijn leven lang op zoek is geweest naar de bron van het bestaan.

Dat de bron van waaruit hij leeft alles van doen heeft met de medemens leidt geen twijfel. Ook nu nog (86 jaar oud ) schildert hij met ouderen in Obdam.

In theologisch opzicht hebben de jaren hem evenmin onberoerd gelaten. Vredelievend en tegelijkertijd stroomopwaarts gaan, zo wás en ís nog steeds het leven van deze bijzondere mens met een heel uitzonderlijke levensloop.

Het kan nauwelijks toeval zijn dat de crematie plechtigheid van Peter Wiemers plaats vindt op Goede Vrijdag om drie uur in de middag.

Jacques Schipper, Redactie Sjaloom.

Persbericht van FÁBIO P. DOYLE, Da Academia Mineira de Letras
Jornalista Ponto de Vista, Brazilië 19 april 2011

A NOTÍCIA VEIO PELA INTERNET: WIEMERS MORREU

19/abril/2011
Foi um missionário, um grande artista, um homem modesto, bom. Tentou morar duas vezes em Minas. Depois voltou para sua Holanda.

PETER Wiemers morreu no dia 16, na Holanda, onde morava desde que deixou o Brasil, definitivamente, na década de 90 do século passado – parece, assim, tão distante, mas foi apenas ontem, menos de 20 anos. Ele estava em um carro, que sofreu um acidente. Levado para um hospital ainda com vida, não resistiu aos ferimentos. Wiemers morreu aos 87 anos.

VALE lembrar, para os que não sabem, quem foi Wiemers. Antes e acima de tudo, um homem bom, um ser humano que dedicou sua vida aos amigos, aos necessitados, aos humildes. Sua profissão: artista. Dos melhores e mais talentosos pintores que a Holanda produziu – e ela os produziu em quantidade e qualidade. Ele nasceu em Amsterdã. Ali fez todos os seus cursos. Entrou para a Ordem dos Jesuítas. Fez-se padre. Sem nunca abandonar sua vocação artística.

Em 1960, veio para o Brasil, como missionário. E escolheu Belo Horizonte para viver, lecionar pintura e pintar. Pouco depois, abandonou a batina, sentindo que poderia ser mais útil, como missionário independente, ensinando pintura às crianças, especialmente as com deficiências. Começou dando aulas nas casas dos alunos. O número de crianças aumentou. Com dinheiro que conseguiu emprestado, comprou um terreno, se bem me lembro, em Contagem, ali erguendo, com a ajuda de voluntários, de amigos, como o padre Inácio, e com sua participação direta como operário, uma escola para seus alunos.

MAS a escola não cobrava mensalidades, nem taxas. Para se manter, Peter Wiemers pintava retratos, não apenas em Belo Horizonte, mas em Brasília também. Mas ele não sabia cobrar. Sentia-se constrangido quando lhe perguntavam o preço de um portrait. Se mesmo cobrando pouco percebesse desagrado, muito comum em face do espírito regateador do mineiro, acabava não cobrando nada.

POBRE, modesto, humilde, não sabia valorizar o talento enorme que as telas que pintou, os retratos que podem ser vistos pendurados nas paredes de muitas casas
ricas, de apartamentos luxuosos, demonstram sobejamente. Ele pintava retratos, mas dedicava muito de seu talento às pessoas humildes, operários, trabalhadores rurais, mendigos, retratados por ele com emoção. Do acervo que deixou em Minas, talvez o mais bonito trabalho seja uma Santa Ceia, com Cristo e os doze apóstolos inspirados no homem brasileiro comum. Era meu amigo e de Rachel, eu o conheci nos anos 60, acredito que através de outro grande artista e amigo, Petrônio Bax, que se foi há alguns meses. Almoçava muito em minha casa, pintou retratos de meus filhos, e nos anos 90, de Fabiana, minha neta. Conversávamos muito. Ele frequentava minha sala no jornal, na rua Goiás, tomava o café que Rosana lhe oferecia e que ele sempre elogiava, quando Sabará chegava com a bandeja. Era extremamente educado.
NO começo dos anos 80, sem recursos para manter sua escola, e com escassos rendimentos para se manter, resolveu retornar à Holanda. Ficou lá um ano. A saudade do Brasil apertou, e ele veio em navio de carga para reencontrar os amigos mineiros. Tentou, mais uma vez, através de sua arte, buscar meios de subsistência entre nós. Discreto, nunca mencionando sua vida, seus problemas pessoais, suas dificuldades financeiras, lutou bravamente em silêncio, até que no final dos anos 90 desistiu. Embarcou de vez para sua terra, e anunciou que aquele seria o retorno definitivo às suas origens.

PETER Wiemers, aliás, Peter Jan Wiemers, aliás, Piet Wiemers, aliás Piet Joannes Maria Wiemers, seu nome de batismo, de família católica, morava em Hoogwoud, na Berkenlaan 7. Ali ele repetiu o que tentou fazer aqui. Dava aulas de arte para crianças deficientes. Começou com uma, a pedido dos pais dela. Logo vieram outros pedidos. Seu estúdio ficou pequeno. Com a ajuda de dois amigos, Joke e Eric Weber, alugou um espaço maior. Preparou, com sucesso, nos anos em que viveu na Holanda, dezenas de crianças, que se recuperaram e se tornaram independentes e úteis às suas famílias e à coletividade.

A INICIATIVA, de caráter estritamente pedagógico e beneficente, era mantida pelas doações de amigos, das famílias dos assistidos e do produto da venda dos quadros de Wiemers. O sucesso foi grande, obrigando-o e aos que o auxiliavam a instalar a escola em uma pequena fazenda dos arredores de sua cidade. Os estudantes cumpriam o ano letivo normal e nas férias faziam viagens pelo país. Para este ano planejavam uma excursão pela Europa. Os recursos eram poucos. Wiemers doou para o grupo todas suas telas, para serem vendidas. Foi sua última decisão antes do acidente fatal.

ESTAVA em casa, no meio da tarde de um domingo, dia 17, navegando no meu computador, quando percebi, na listagem dos emails recebidos, um que me preocupou. Remetente: Groeten Jan Boonstra. Assunto: Wiemers. Tive a intuição de que não seria uma notícia agradável. Abri todos os outros e-mails e deixei o mencionado para o fim. E lá estava, em inglês, a notícia que me entristeceu, que me fez perder o fim do dia e o fim de semana.

ENFIM, Wiemers se foi. Ele será cremado no dia 22, sexta-feira, no “Crematorium Schagerkogger”, em Schagen. A informação me foi passada hoje, dia 19, por Groeten Jan Boonstra. Que conclui sua mensagem: “My heart cries for him”. Eu acrescentaria, em nome dos que conheceram o grande artista e bom coração Peter Wiemers: “Our hearts cry for Peter, for Piet Joannes Maria Wiemers”.

FÁBIO P. DOYLE
Da Academia Mineira de Letras
Jornalista

info : RKD

Zoekresultaten

Klik op de afbeeldingen voor meer informatie

Website – Zoek Kunstenaar

Deze website maakt gebruik van cookies. Wij plaatsen functionele en analytische cookies om deze website goed te laten functioneren en het gebruik ervan op privacy vriendelijke wijze te meten en te analyseren. Hier kunt u meer lezen over ons cookie en privacy statement . Je acepteer de cookie instellingen door op de akkoord button te klikken.