Klik op de afbeelding(en) voor meer informatie.
Jan Gerrit Jordens werd in 1883 te Wageningen geboren. Na opleidingen aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag en de Rijksnormaalschool voor Tekenleraren in Amsterdam werd hij in 1907 aangesteld als docent tekenen aan de Rijks HBS in Warffum. Een jaar later werd hij aldaar directeur van de avondtekenschool. In 1916 verhuisde hij met zijn gezin naar de stad Groningen, waar hij een betrekking aanvaardde als tekenleraar aan de Rijks HBS. Twee jaar later verruilde hij deze voor de Gemeentelijke HBS te Groningen. Geïnspireerd op het gedachtegoed van de Oostenrijkse tekenpedagogen Franz Cizek en Richard Rothe, introduceerde Jordens een nieuwe wijze van lesgegeven op basis van vrije expressie. In de jaren twintig van de vorige eeuw publiceerde hij met enige regelmaat over zijn onderwijsmethode. In 1925 verschenen De 1e twintigen De 2de twintig en in 1930 De 3e twintig, drie bundelingen linoleumsneden van zijn leerlingen.
Jordens’ vroege schilderkunst vertoont overeenkomsten met het werk van de kunstenaars Henri LeFauconnier, Piet van Wijngaerdt en andere Hollandse expressionisten dat hij in zijn Haagse en Amsterdamse tijd had leren kennen. Met Jan Wiegers was hij in de beginjaren van De Ploeg de belangrijkste vertegenwoordiger van het plaatselijk modernisme. Zijn werk kenmerkt zich door een palet van warme okers, blauwen en bruintinten, scherpe, tot bijna-abstracte waarden gereduceerde deformaties en dicht op het beeldvlak geplaatste voorstellingen. Onder invloed van het in 1921 door Jan Wiegers geïntroduceerde Duits expressionisme verdwenen de aan het symbolisme verwante stileringen die vooral in zijn grafiek de boventoon voerden. Vond hij in zijn houtsneden en etsen aansluiting bij het expressionisme van Jan Wiegers, Jan Altink en Johan Dijkstra, in zijn schilderijen bleef hij opmerkelijk trouw aan zijn oorspronkelijke uitgangspunten. Hij experimenteerde weliswaar met wasverf en koos voor korte tijd voor meer vlakmatige beeldoplossingen, maar zijn werk behield een op de Hollandse en Franse schilderkunst georiënteerde toon en expressie.
Hoewel Jordens in de naoorlogse jaren voornamelijk inspiratie vond bij de schilders van de École de Paris, behield zijn werk een sterk authentiek karakter. Gaf het werk van de Franse schilders doorgaans blijk van fijnzinnige lyriek en decoratieve esthetiek, het werk van Jordens was vooral ruig, weerbarstig en nadrukkelijk op de materie bedwongen. Zijn sterke betrokkenheid met het scheppende materiaal bracht hem er uiteindelijk zelfs toe om zijn verven te vermengen met gruis en zand en om touw en textiel in zijn schilderijen te verwerken. Dergelijke experimenten typeerden zijn voortdurende drang zichzelf te vernieuwen. Jan Jordens overleed in 1962 op 79-jarige leeftijd.
Deze website maakt gebruik van cookies. Wij plaatsen functionele en analytische cookies om deze website goed te laten functioneren en het gebruik ervan op privacy vriendelijke wijze te meten en te analyseren. Hier kunt u meer lezen over ons cookie en privacy statement . Je acepteer de cookie instellingen door op de akkoord button te klikken.
This content is blocked. Accept cookies within the '%CC%' category to view this content.