Klik op de afbeelding(en) voor meer informatie.
De kunstschilder Fré Cohen, was vooral bekend als sociaal-democratisch sierkunstenares en grafica. Ze is geboren te Amsterdam op 11 augustus 1903 en overleden te Hengelo (O) op 14 juni 1943. Zij was de dochter van Levie Cohen, diamantslijper, en Esther Sarlie. Zij signeerde haar werk als: Fré Cohen, F.C. (al dan niet gestileerd) en in de oorlogsjaren: Freco (niet al haar werk is gesigneerd).
Pseudoniem: Connie Frederichs.
Cohen groeide op in een socialistisch arbeidersgezin en werd jong lid van de in 1918 opgerichte Arbeiders Jeugd Centrale (AJC). Het AJC-streven naar soberheid, eigen stijl en het romantisch idealisme spraken haar sterk aan. Daar in het gezin nauwelijks geld voor studie beschikbaar was, kwam zij na de MULO op een handelskantoor te werken. In de avonduren volgde zij een cursus tekenen en van de schilder Wim Schuhmacher kreeg zij les in modeltekenen. Door haar tekentalent kwam Cohen in 1923 in dienst bij de NV Ontwikkeling, voorloper van De Arbeiderspers, waar zij naast kantoorwerk veel ontwerpen voor boekbanden, vignetten en dergelijke maakte en boeken, brochures en krantjes typografisch verzorgde. Vroege illustraties van haar zijn te vinden in het blad De Proletarische Vrouw en in verschillende AJC-uitgaven. Aan de Grafische School volgde zij als enige vrouw lessen in typografie en doorliep door de toekenning van een studiebeurs de Amsterdamsche Kunstnijverheidsschool (1927-1929), waar zij als eerste leerling een medaille voor verdienstelijk werk verwierf. Zij was toen lid van de Socialistische Kunstenaars Kring en nam met het door haar verzorgde Gedenkboek Troelstra Oord deel aan de tentoonstelling van deze Kring in 1928. Zij trad op 1 september 1929 part-time in dienst van de Stadsdrukkerij Amsterdam die haar per 1 februari 1932 echter wegens bezuiniging ontsloeg, maar met behoud van de relatie. Zij slaagde erin het drukwerk van de gemeente een eigen gezicht te geven. Zij werkte voor tal van gemeentelijke diensten (Handelsinrichtingen, Energiebedrijf, Stadsschouwburg, Woningdienst, Stadsreiniging, Gemeentegiro) en als zelfstandige voor ondernemingen, uitgevers, de SDAP, vakbonden, joodse instellingen en niet in de laatste plaats de AJC, waarvoor zij al vanaf 1922 vrijwel al het drukwerk verzorgde.
Het grafische werk van Fré Cohen was aanvankelijk decoratief en romantisch. Onder invloed van de Nieuwe Kunst, het tijdschrift Wendingen – de zogenaamde lijnenrichting – en de Nieuwe Zakelijkheid ontwikkelde zij een eigen forse stijl. Zij kwam tot baanbrekende grafische inzichten die, ook door de toepassing van fotomontage, in het buitenland opvielen en leidden tot de uitnodiging in 1934 voor een serie voordrachten in Engeland. Zij maakte veel gelegenheidsgrafiek (toegangsbewijzen, vignetten, bladwijzers, ex-libris, geboorte- en huwelijkskaarten, oorkonden, kalenders), portretten (onder andere van Lion Contran achter de piano), landschappen en koppen voor bladen en tijdschriften (onder meer van Vrijheid, Arbeid, Brood). De enkele politieke prent die zij maakte, bleek weinig geslaagd. Wel succesvol waren haar boekomslagen voor De Arbeiderspers, Querido en de Wereldbibliotheek, die veel door arbeiders gelezen boeken uitgaven. Cohen huldigde de opvatting dat de cultuur deel van het dagelijks leven van de werkende mens moest zijn en dat met weinig middelen de kwaliteit van eenvoudig drukwerk kon worden verbeterd. Haar forse stijl met een krachtige zwart-wit werking werd geleidelijk speelser.
Fré Cohen was klein, donker, beweeglijk (op de Stadsdrukkerij werd zij wel Saartje Wip genoemd), zeer bedrijvig en veelzijdig begaafd, schilderde, tekende, lithografeerde, maakte veel houtsneden. Zij was een idealiste, die op kunstzinnige wijze en met eenvoudige middelen uiting wist te geven aan het streven naar vrijheid, zelfontplooiing en gemeenschapsgevoel. Voor de smaakontwikkeling van de socialistische jeugd, van socialistische vrouwen en ook meer algemeen is zij voor de arbeidersbeweging van grote betekenis geweest. Haar invloed en erkenning reikten overigens tot ver buiten de arbeidersbeweging. In de oorlog dook zij onder, eerst in Amsterdam en vervolgens in Diemen, Winterswijk, Rotterdam en Borne, waar zij door verraad in Duitse handen viel. Door het innemen van pillen maakte zij een eind aan haar leven. Fré Cohen werd begraven op de joodse begraafplaats in Hengelo.
PUBLIKATIES: Ic sie des Meyen Schijn… Een nieu Liedt-Boecxken van Mey ende Minne. Met een inleiding van Willem Pijper (Amsterdam 1938); lijst van werkstukken in: Boekcier, 1946, 3-5 en 16 (alleen ex-libris) en Rond Paasheuvel en Prinsenhof (Amsterdam 1977) 54-57 (beide lijsten zijn onvolledig).
LITERATUUR: J. Schwencke, ‘Grafisch werk van Fré Cohen in: De Vrouw en haar huis, maart 1935; A.H.G. Blankenstein, ‘Fré Cohen’ in: Ons Technisch Maandblad, winternummer 1937, 16-23; Rond Paasheuvel en Prinsenhof (Amsterdam 1977); B. Roodnat, ‘Fré Cohen, een vergeten kunstenares’ in: Nieuwe Rotterdamse Courant, 13.9.1977; ‘Fré Cohen gaf Amsterdam een drukwerkgezicht’ in: De Waarheid, 14.9.1977; H. van Zwol, Documentaire film over Fré Cohen (op 4 mei 1980 uitgezonden op VARA-TV); Fré Cohen. Amsterdam 11.8.1903 – Hengelo 14.6.1943 (Hengelo 1985); Dick Dooijes, in: Ons Amsterdam, september 1985; Voorwaarts! Elie Smalhout, Meijer Bleekrode, Fré Cohen, 3 joodse kunstenaars en de socialistische beweging 1918-1940. (Joods Historisch Museum Amsterdam 1987); M. van Soest in: Vrij Nederland Bijlage, 20.2.1988; G.M. Naarden, Onze jeugd behoort de morgen… De geschiedenis van de AJC in oorlogstijd (Amsterdam 1989); J.W. van Dijk, Het socialisme spant zijn gouden net over de wereld. Het kunst- en cultuurbeleid van de SDAP (z.pl. 1990); P. van Dam, Ph. Van Praag, Fré Cohen 1903-1943. Leven en werk van een bewogen kunstenares (Abcoude 1993); Ph. van Praag, P. van Dam, Overzicht van de door Fré Cohen ontworpen boekbanden, omslagen en stofomslagen (Rotterdam 1993); Ph. van Praag, P. van Dam, ‘Fré Cohen en haar relatie met Alkmaar’ in: Oud Alkmaar, september 1993, 3-11; J. Meilof, Een wereld licht en vrij. Het culturele werk van de AJC 1918-1959 (Amsterdam 2000).
PORTRET: F.S. Cohen, uit: Fré Cohen. Amsterdam 11.8.1903 – Hengelo 14.6.1943 (Hengelo 1985)
Deze website maakt gebruik van cookies. Wij plaatsen functionele en analytische cookies om deze website goed te laten functioneren en het gebruik ervan op privacy vriendelijke wijze te meten en te analyseren. Hier kunt u meer lezen over ons cookie en privacy statement . Je acepteer de cookie instellingen door op de akkoord button te klikken.
This content is blocked. Accept cookies within the '%CC%' category to view this content.